WLASSH®
2011-2024
Winchester Lever Action Shooters Society Holland
.44-40 WCF patronen passen niet in de kamer.
.44-40 WCF deel III
Door: Gert op den Dries en Robert Teske
16-06-2022
De .44-40 patronen passen niet in de kamer.
Wie herkent dit probleem? Net een doosje patronen gemaakt en opeens passen ze niet goed in de kamer.
Dat kan altijd gebeuren maar gek genoeg horen we deze meldingen vaker en altijd gaat het om de .44-40 munitie.
Dat is vreemd en moet een oorzaak hebben.
Het is ook typisch dat het altijd in combinatie is met een bepaald model wapen. In dit geval een Uberti Model 1873, een veel voorkomend geweer in de schietsport. En ook in de VS is het een veel voorkomende klacht van schutters en zie je regelmatig de volgende aanduiding in een forum opduiken:
Uberti .44-40 difficult chambering
Uberti 1873 Sporting Rifle met 24 1/4 inch octagonale loop.
De WLASSH onderzoekt alles maar ook de leden duiken volledig in de materie en ze informeren ons over hun bevindingen.
We gaan samen het bovenstaande probleem verder uitwerken en u inzage geven in de oplossing van het probleem.
Elk wapen heeft zo zijn eigen maatgeving. Ook onze Uberti 1873. Maar wat zijn de exacte maten van de loop en hoe meten we deze?
Om te beginnen hebben we nodig een setje zogenaamde pen kalibers. Met deze gereedschappen kunnen inwendige maten gemeten worden. Een loop heeft natuurlijk trekken en velden en dus zijn er twee belangrijke maten aanwezig.
Bore diameter - Dat is de binnendiameter van de loop zonder de groeven.
Laten we zeggen de boormaat van de loop zonder de aangebrachte trekken.
Groove diameter - Dat is de binnendiameter van de loop gemeten tussen de groeven.
Laten we zeggen de maat na het aanbrengen van de trekken/groeven.
Bovenstaande afbeelding is natuurlijk veel duidelijker dan welke uitleg dan ook.
Er zijn twee soorten pen kalibers gebruikt, één met kogeltjes (onder) voor meten van de groeven en de bovenste is voor meten van de boring.
De maat wordt overgenomen met een penkaliber en vervolgens opgemeten met een micrometer.
Zo wordt de boring gemeten, met de micrometer, deze is nauwkeurig tot op 0,001 mm.
De meting
Onderstaande tabel geeft de fabrieksopgave weer maar ook onze meting.
Wat levert de meting op en wat kunnen we doen?
De groefdiameter komt overeen maar de boring is zo’n 0,05mm kleiner dan wat Uberti opgeeft.
Het verschil tussen een .429”- en een .427”-kop is ook zo’n 0,05mm! Toevallig?
Een .44-40 patroon met een .429” kop loopt al halverwege het laden in de kamer vast.
De hulzen die worden gebruikt zijn van het merk Magtech (M) 4440C.
Wat gebeurt er?
Bij krimpen van de huls (rolkrimp) op de kogel ontstaat een bolling net onder de krimp.
Deze bolling zorgt voor problemen bij het in de kamer steken van de munitie.
Even werd gedacht aan een Lee Factory Crimp Die als oplossing maar dat werkt niet goed. Daarmee druk je een rare scherpe rand boven in de huls waardoor deze onherstelbaar beschadigd wordt. Dat willen we niet hebben.
Lee Factory Crimp Die voor de .44-40 WCF.
Het kan een oplossing bieden maar is niet vriendelijk voor de huls.
Technisch vernuft WLASSH leden.
De Lee krimpmatrijs werkt niet naar behoren en dus gaan techneuten verder zoeken want het kan veel beter.
In eigen huis is door een van onze leden een kalibreermatrijsje gemaakt. Hiermee worden de bovenste paar mm van de hals op eenvoudige wijze weer mooi cilindrisch en op maat gemaakt.
Ook een patroon met .429” kop kan nu, na het kalibreren, probleemloos worden geladen.
Met een speciale rondslijpmachine werd het kalibreer matrijsje inwendig op maat geslepen.
Met als eindresultaat een huls-hals diameter van net iets onder de 11,27mm.
Dit is precies de grens waar je wel of geen weerstand bij het laden voelt.
Kijkend naar de oorspronkelijke maatvoering (hals diameter in de kamer 11,267mm) is de conclusie dat de kamer van het Uberti geweer hiermee overeenkomt.
Experimenteren met de juiste kogeldiameter.
Ondertussen wordt al druk geëxperimenteerd met verschillende kogelkop diameters om de kleinste groep te kunnen behalen. Tot nu toe geven de .427” en .4275” koppen het beste resultaat op de schijf maar bij .428”, .4285” en .429” koppen is oplopend ook steeds meer terugslag merkbaar.
Matige kwaliteit Starline hulzen.
Omdat de munitie steeds moeilijker te verkrijgen is hebben we online 44-40 hulzen van Starline (S) besteld.
Bij het uitpakken viel op dat er veel hulzen beschadigd waren. Nader bekeken bleek ook de wanddikte van de hals nogal wat dunner (en dus kwetsbaarder!) te zijn dan bij de Magtech (M) 4440C hulzen die tot nu toe zijn gebruikt.
Nieuwe Starline hulzen zijn vaak een beetje rommelig om te zien. Niet goed dus voor de kritische herlader.
Het is vreemd dat dit zo wordt afgeleverd. Dat moet veel beter kunnen.
Het testen van de .44-40 munitie op 25 meter.
De beide hulsmerken en een serie kogelkoppen in verschillende diameter zijn gebruikt voor een uitgebreide test.
Op 02-05-2022 naar de 25m baan met o.a. 40 testpatronen. 20 x met S-hulzen en 20 x met M-hulzen.
10 van elk met .427 koppen en 10 van elk met .428 koppen. Alles geladen met hetzelfde kruit en dezelfde lading.
Steeds om en om met S- en M-hulzen geschoten.
Het resultaat is hieronder zichtbaar.
Bovenste rij met M-hulzen en de ondersten met S-hulzen. 10 schoten op elke kaart, opgelegd geschoten.
Linksboven op elke kaart staat de datum. Het verschil in groepsgrootte tussen beide merken is opmerkelijk.
Onderzoek wanddikte van de huls.
Bij de M-hulzen is het beste resultaat verkrijgbaar met .427 en .4275 koppen. Met .428 koppen en groter wordt bij deze huls de spreiding ook steeds groter zo is de ervaring.
Bij de S-hulzen is met een .427 kop de spreiding juist aanzienlijk groter dan met een .428 kop!
Dit resultaat dient nader onderzocht te worden.
Eerst worden de wanddikten onder de loep genomen omdat dit het grootste verschil laat zien tussen beide merken.
Om de wanddikte van de hals te kunnen meten werd de schacht van twee gelijke boren stijf in een S- en een M-huls gedrukt. Op deze manier konden de halzen nauwkeurig worden gemeten.
De diameter van de S-huls bleek maar liefst 0,12mm kleiner te zijn. Dit is dus 0,06mm wanddikte verschil.
Dit lijkt misschien maar een haartje maar bij de dunwandige 44-40 hulzen is dit nogal wat.
M-hulzen:
Bij de M-hulzen is de hals diameter met .427" – .4275" koppen zo’n 11,27 – 11,28mm.
Omdat er altijd kleine verschillen zijn kalibreren we ze allemaal op exact dezelfde maat waardoor alle patronen met dezelfde weerstand in de kamer geschoven worden.
Dit is prettiger tijdens het schieten en levert ook nog eens een beter schotbeeld op.
Bij .428" en groter krijg je de patronen steeds moeilijker tot niet meer in de kamer.
In eerste instantie denk je dan aan op maat kalibreren maar dan zet je de kop ook steeds vaster in de huls. Dit weer met een steeds groter wordende spreiding als gevolg.
S-hulzen:
Doordat de wanddikte bij deze hulzen een stuk kleiner is rammelen de patronen met een .427 kop in de kamer.
Een zeer grote spreiding is het gevolg. Bij een .428 kop gaat het al een stuk beter maar is het resultaat nog steeds ver onder de maat.
Bij een .429 kop is de halsdiameter 11,25mm. Dit is 0,02 – 0,025mm onder de ideale maat voor het Uberti geweer.
Na een test bleek datgene wat werd verwacht (en gehoopt) uit te komen, zie de kaart rechtsonder.
Als deze lijn zich voortzet zouden theoretisch gezien .43 - .4305 koppen het ideale groepje opleveren.
Conclusie na 3 keer testen:
De conclusie na 3 keer testen is dat niet de kogeldiameter maar de halsdiameter van de patroon of eigenlijk de passing hiervan in de kamer een belangrijke zo niet de belangrijkste factor is voor een goed resultaat op de schijf.
Dit druist echter wel een beetje tegen het gevoel in omdat dit "verhaal" zich zo’n 24,25” voor de loopmonding afspeelt.
De invloed van loop + kogelkop is op de score blijkbaar minder groot dan we hadden gedacht.
De verschillende kogeldiameters.
Het is erg interessant om te kunnen testen en de beschikking te hebben over verschillende oplopende kogeldiameters.
Deze diameters zijn niet aangeschaft maar zelf op maat gemaakt middels een speciale matrijs.
Voor de verschillende kogelkopdiameters zijn een aantal kalibreermatrijzen gemaakt.
Met een messing drukstift worden .429 koppen door een matrijs met de gewenste maat gedrukt.
Uiteindelijk blijkt, na vele test schoten, een M-huls met een halsdiameter van 11,275mm en een .4275-kop gemiddeld de kleinste groepjes op te leveren.
Ook blijkt zo'n 15% van de M-hulzen een net iets kleinere wanddikte te hebben. Bij de eerste keer herladen kom je er dan achter dat de gewenste 11,275mm net niet wordt gehaald. Met een .428-kop kun je dit de volgende keer weer compenseren.
13-06-2022
De laatste test met de Starline hulzen.
De halsdiameters van de hulzen staan rechtsonder vermeld.
Doordat de halsdiameter bij S-hulzen met een .429 kop maximaal 11,25 mm is (0,025 mm onder onze ideale maat) kunnen ze qua groepsgrootte niet tippen aan de M-hulzen. Koppen dikker dan .429 lijkt ons niet verstandig omdat ze dan in diameter groter zijn dan de groefdiameter van de Uberti.
Bovenstaande artikel met technische informatie is niet ten einde maar kan altijd weer aangevuld worden met nieuwe gegevens.
De lezers kunnen hun voordeel ermee doen maar de leden van de WLASSH kunnen extra ondersteuning krijgen als het werkelijk misgaat met het herladen van de .44-40 patronen en ze tegen soortgelijke problemen aanlopen.
Zie ook het artikel: deel van huls blijft achter in de loop. Klik hier om te lezen.